Site specific perfor(m)ative installation, variable dimensions, 2012
Collection Kunstmuseum St. Gallen, Switzerland
The Waterschei Mine inspired Ante Timmermans to create this in situ installation. Today the mine is a silent witness to a brief but intense industrial past. After a little under 65 years of coal production, the landscape had been permanently transformed. Make a Molehill reflects on the idea that thousands of miners worked underground to end up with an accumulation of coal waste in the shape of a mountain. Part performance and part installation, the piece trades the claustrophobia of mine tunnels for the mental confinement of an office, replete with metal racks and white tube lights. Stacks of blank paper are piled on the racks, ready to be processed. The artist perforates page after page, sealing them with a variety of stamps and piling his cuttings in a heap. As sheet after sheet passes across desk of ‘The Antenaar’ (a pun on the Dutch word ambtenaar, or bureaucrat), the miners’ labours are transformed into an administrative task, ultimately resulting in a molehill of confetti. What matters here is not the result, but the Sisyphean effort itself. The artist supplements the installation with drawings – a visual precipitation of the stream of thought in ist entirety – and a game of tick-tack-toe – a mental escape from his own self-imposed labour conditions.
De mijnsite van Waterschei inspireerde Ante Timmermans tot het creëren van de in situ installatie, Make a Molehill. Vandaag is de mijn stille getuige van een kort maar (arbeids)intensief industrieel verleden. Net geen 65 jaar actief, werd het landschap onomkeerbaar getransformeerd. Make a molehill reflecteert over de idee dat duizenden mijnwerkers ondergronds aan de slag gingen om uiteindelijk met een gigantische berg steenkoolafval over te blijven. Deels performance, deels installatie, verruilt het werk de claustrofobische mijngangen voor de mentale engte van een kantoor, metalen rekken en witte tl-verlichting incluis. Op de rekken liggen stapels blanco papier, klaar om te worden verwerkt. Pagina na pagina wordt door de kunstenaar geperforeerd en voorzien van een reeks stempels. De overgebleven papiersnippers worden op een hoopje gegooid. Blad na blad gaat door de handen van de ‘Antenaar’. Een prikklok registreert de werkuren. Het werk van de mijnwerkers wordt op administratief niveau getild en resulteert in een molshoop confetti. Niet het resultaat is van belang, wel de Sisyfusarbeid an sich. Meer nog dan dat echter creëert de kunstenaar een poëtische totaalinstallatie die gevoed wordt door tekeningen - als visuele neerslag van de gedachtestroom bij dit alles – en een oxo-spel... Noem het een ‘mentale’ ontsnapping aan de eigenhandig opgezette arbeidscondities.
Text Mieke Mels
Photos Kristof Vrancken